Fysiotherapeut Evert van Amerongen: ‘Rol verenigingsbreed een preventief programma uit om blessures te voorkomen’

In de huidige tijd, in onze zitcultuur en een slechte belastbaarheid, zie je ook bij jonge sporters al veel spierblessures. “Investeer dus niet alleen in de behandeling en begeleiding van geblesseerde spelers bij sporthervatting, maar rol verenigingsbreed ook een preventief programma uit om dat soort blessures te voorkomen.”

Dat zegt Evert van Amerongen, fysiotherapeut en mede-eigenaar van FysioDynamiek. “Een dergelijk programma moet je implementeren in de training om belastbaarheid, spierlengte en spierkracht te verbeteren.”
Van Amerongen, inmiddels een fervent fietser, voetbalde 16 jaar in de hoofdmacht van VDZ Arnhem en is zijn club na zijn actieve carrière altijd trouw gebleven.
De 61-jarige Arnhemmer is nu voorzitter van de sponsorcommissie van VDZ en was de afgelopen jaren nauw betrokken waar het ging om de organisatie rond verzorging en blessures. “Peter Eberg, die tot de lente van 2020 de sportmasseur was van VDZ, had de behoefte om de kennis en de ervaring van een fysiotherapeut te raadplegen bij moeilijke gevallen”, vertelt Van Amerongen. “Ik heb zelf nooit de tijd en de intentie gehad om twee trainingsavonden en de wedstrijddag op de club te zijn. Maar in 2015 ben ik wel eenmaal in de twee weken gestart met een spreekuur op de club om blessures in de selectiegroep te onderzoeken en eventueel te behandelen.”

“Dat waren gratis consulten, want de accommodatie van VDZ voldeed ook niet aan de inrichtingseisen van een fysiotherapiepraktijk”, vervolgt Van Amerongen. “Spelers mochten ook bij mij thuiskomen. Bijvoorbeeld als er voor een wedstrijd twijfels waren of iemand wel of niet kon spelen. Was er verdere behandeling nodig, dan kwamen spelers ook naar de praktijk. In 2016 ben ik ook begonnen met een spreekuur voor jeugdspelers, eens per maand.”

Begin 2020 kwam er een andere invulling van de verzorging bij VDZ. Van Amerongen: “Peter Eberg had al eerder aangegeven te willen stoppen en bij VDZ heeft Timo van Dam, een net afgestudeerde fysiotherapeut, de taken van Peter overgenomen. Timo werkt in een andere praktijk en de samenwerking met hem loopt naar tevredenheid.”

Leden van VDZ weten Van Amerongen en zijn praktijk echter nog steeds te vinden. “De meerwaarde van FysioDynamiek? Als onderdeel van de praktijk hebben wij ook een ‘blessurewinkel’, waarin bijvoorbeeld allerlei soorten braces voor enkel en knie gehuurd en gekocht kunnen worden.”

Van Amerongen is sinds januari 1983 afgestudeerd fysiotherapeut. In 1985 sloot de Arnhemmer zich aan in de maatschap fysiotherapie Arnhem-Velp van Roelof Wildervank met een vestiging in de Arnhemse wijk Presikhaaf. “We zijn nu verhuisd naar de Middachtensingel en we hebben nu ook twee grote praktijken in het zuidelijke stadsdeel, in Rijkerswoerd en de Schuytgraaf. Sinds 2008 is onze naam gewijzigd in FysioDynamiek.”

Voordat Van Amerongen zich in 1985 aansloot bij de maatschap nam hij anderhalf jaar waar bij verschillende praktijken. Het was ook de periode dat hij in dienst was als verzorger van de Arnhemse voetbalclub ESA. Op dinsdag en donderdag op de trainingsavonden, op zaterdag op de wedstrijddag. “Ik trainde op dinsdag ook bij ESA mee en dan op vrijdag weer bij VDZ, mijn eigen club. Die twee seizoenen bij ESA waren onvergetelijk. Die ploeg, met Fons en Flip Witjes in de gelederen, speelde toen op het hoogste amateurniveau en hadden we uitwedstrijden bij IJsselmeervogels, ACV Assen en Excelsior ‘31 in Rijssen.”

Bij ESA had Van Amerongen de bijnaam ‘egel’. “Bij uitwedstrijden werd er in de bus volop gezongen. Ik zong zelf het lied van Den Egelantier van RK De Veulpoepers. Vandaar de bijnaam.  De trainer, Joop Kartman, was zelf de grootste gangmaker. Bij een zege was het helemaal feest, maar ook na een nederlaag. Dan was er eerst wat treurnis, maar de trainer zorgde er zelf voor dat de stemming omsloeg. Schalen met hapjes, kaas en worst en vooral kratten bier gingen mee in de bus. Supporters waren daar ook bij. Echt een toptijd.”

In die periode maakte Van Amerongen dus ook vroeg kennis met sportblessures. Tapen, behandelen, preventie, het kwam allemaal aan bod. “Je neemt dan ook je eigen ervaringen als speler mee. Bijvoorbeeld als het gaat om herstel en preventie. Twee zaken die van groot belang zijn, zeker bij de hogere teams bij zowel junioren als senioren.  Fysiek wordt er dan veel gevraagd. Ga je na een spierblessure te snel belasten, dan val je terug in je herstel. Het risico dat je te vroeg begint is altijd aanwezig. De discipline om eerst goed te rekken en bepaalde krachtoefeningen te doen voor een wedstrijd of training is er ook niet altijd. Maar als speler kun je zelf veel blessures voorkomen. En ben je geblesseerd, luister naar je verzorger of je fysiotherapeut. Zorg dat je eerst weer goed kunt lopen en ga pas daarna trainen met de bal. Dat is mijn advies.”